Skip to main content

Sonde

Een lawinesonde hoort ook bij de standaarduitrusting van iedere freerider of toerskiër. Een sonde is een lange dunne stok waarmee je al prikkend in de sneeuw een lawineslachtoffer kun lokaliseren. Deze sonde heb je nodig als je iemand onder een lawine zoekt om zijn exacte locatie te kunnen bepalen. Als iemand diep onder de sneeuw ligt, dan kun je met een pieps alleen maar globaal de locatie van het slachtoffer bepalen. Als je direct zou gaan graven, dan moet je onnodig heel veel sneeuw verplaatsen. Dat kost veel tijd en is zwaar werk. Iedereen die tijdens de wintersportvakantie zijn auto wel eens heeft uitgegraven, weet hoe lang dat duurt. De kans dat je iemand op tijd vindt, wordt dan klein.

Sondes zijn er in vele soorten en maten. Een sonde moet minstens 240 cm lang zijn. Daarnaast moet je hem in een seconde in elkaar kunnen zetten. Bij een goede sonde zijn alle buissegmenten met elkaar verbonden met een draad. Je houdt het handvat vast en gooit de rest van de stok van je weg. Vervolgens geef je een ruk aan de draad en de sonde schuift vanzelf in elkaar. Bij de goedkope modellen moet je dan nog een stelwieltje vastschroeven. Bij de betere sondes is de ouderwetse staaldraad vervangen door een kevlar-draad en zit er een zelfblokkerende klem in de handgreep die de draad vastklemt.

Ook bij de sonde hoop je dat je die alleen maar gaat meesjouwen. Een licht exemplaar is daarom best fijn. Er zijn ook hele dure exemplaren van carbonfiber. Dat is mooi en sterk spul, maar ook buitengewoon bros waardoor één tik voldoende kan zijn om de stok te breken.

Je moet inloggen om info toe te voegen of vragen te stellen.