Skistokken

Bij het skitoeren vinden veel deelnemers het handig om inschuifbare skistokken te gebruiken (bijv van Leki of Komperdell). Zo kun je ze eenvoudig aanpassen aan of je loopt (wat hogere stokken) of skiet (wat lager meestal). Ook kun je een stok zo langer of korter maken al naar gelang de hellingshoek.

Het belangrijkste aan een skistok is echter dat je een grote schotel (Duits: teller) onder aan de stok hebt, zodat je kunt afzetten in zachte sneeuw. Voor een beginnersweek hoef je geen nieuwe skistokken te kopen of huren. Je zet gewoon een andere schotel op de stokken die je al hebt. Die schotels kun je los kopen, maar je moet wel even opletten wat er wel en niet past.

Delftse ingenieurstip: Vaak zijn de schotels gewoon op de aluminium buis geklemd. Met een flinke tik met de schoffel van je pickel sla je ze er zo af. Een subtielere methode is eerst verwarmen in heet water, zodat het kunststof zachter wordt. Voor het monteren kun je de kunststof schotel eerst tot een graad of 60 verwarmen. De stok leg je ondertussen in de koelkast. Je schuift de nieuwe schotel er zo ver mogelijk op zodat hij goed klemt. Tijdens het afkoelen krimpt de zaak dan goed vast.

Wat verder handig is aan de speciale toerskistokken, is dat er een verlengd handvat op zit. Daardoor kun je de stok aan de bergkant lager vasthouden en hoef je geen stokken te wisselen wanneer je in zigzags omhoog loopt. Als je stokken koopt, dan zul je ook ultralichte carbonstokken in de winkel zien. Het is weliswaar de moeite waard om wat gewicht te besparen, maar realiseer je wel dat carbon sterk, maar ook zeer bros is. Een enkele tik van de stok tegen een ski of een steen kan voldoende zijn voor een breuk. Een aluminium stok is daarom voor de meeste mensen een betere keuze.