Vuistregels bij het kiezen van een ski

Door de snelle ontwikkelingen in skiland is het nog niet zo eenvoudig om een toerski te kiezen: hoe lang, hoe breed, welke taillering, welke radius? Toch zijn er wel wat vuistregels te geven die helpen bij het maken van een keuze.

Begin je met toerskien dan kun je het beste voor een klassieke toerski kiezen, die heeft een breed toepassingsgebied en is relatief licht. Ben je meer op het afdalen gericht, ‘abfahrts orientiert’ zoals de Duitsers zeggen, en neem je daarbij een zwaardere ski voor lief dan kun je kiezen voor een bredere en zwaardere freetourer ski. De kenmerken van de beide ski typen staan in de tabel

Kies geen te korte of te brede ski

Bij een te korte ski in verhouding tot je gewicht en lengte lever je flink in op het gebied van ski comfort. In verse poeder heeft hij onvoldoende drijfvermogen en in bruchharsch (= sneeuw met een hard korst erop) zak je er sneller doorheen. Een brede en langere ski stelt hogere eisen aan de beheersing van je techniek bij het traverseren en in spitzekehre terrein. Bij het traverseren op bredere ski's ontstaan ook grotere krachten op je enkel en bindingen.

Zin en onzin van een rocker

Ook binnen het toerskien is de rockertip inmiddels ingeburgerd. Bij een rocker is het gedeelte voor de punt wat omhoog gebogen. Dat resulteert in een kortere effectieve kantlengte waardoor de ski wat gemakkelijker draait en beter drijft in de poeder. Maar te veel rocker leidt bij hogere snelheden en op hardere ondergronden ook tot nerveuser gedrag en minder grip.